Het is weer zover. Overal waar ik kijk, struikelen mensen over elkaar heen om de meest inclusieve, warme, en universele kerstboodschap te verzinnen. Voor iedereen, staat er dan. Voor iedereen fijne feestdagen! Voor iedereen. Dus ook voor Vladimir Poetin? Voor Bibi Netanyahu? Of voor die buurman die elke zondagochtend z’n grasmaaier aanzet alsof hij deelneemt aan het WK lawaaimaken? Ik weet het niet. Het voelt goedkoop. Net zoals een sticker van een lachend gezicht op een wond.

Ik geef ze nooit, die kerstboodschappen. Niet omdat ik een cynicus ben, al kun je dat natuurlijk van mij vinden. Maar omdat ze niet puur zijn. Niet echt. Een kerstboodschap is tegenwoordig een soort emoji: snel, oppervlakkig, en vooral bedoeld om jezelf goed te voelen. Kijk mij eens vrede en geluk wensen aan de hele wereld! Maar vraag je aan iemand wat vrede écht betekent, of geluk, dan haken ze af. Te ingewikkeld. Te echt.

En dan heb je de mensen die oproepen tot vrede in 2025. Vrede. In. 2025. Alsof jouw boodschap op Instagram, waar je twee minuten eerder nog een foto van je kalkoen postte, daadwerkelijk een kernoorlog kan voorkomen. Jojo uit Lutjebroek roept op tot vrede, mensen! Laten we ophouden met vechten! Ik weet niet of het naïviteit is of arrogantie. Misschien allebei.

Ik ben sowieso niet van de feestdagen. Verjaardagen, kerst, oud en nieuw—overrated. Het zijn gewone dagen, maar dan met dichtgepakte winkels en een collectief gevoel dat we verplicht vrolijk moeten zijn. Maar wat als je niet vrolijk bent? Wat als je kerst een herinnering is aan alles wat je verloren bent? Aan mensen die er niet meer zijn, of aan dingen die je nooit hebt gehad?

Dus nee, geen kerstboodschap van mij. Geen neppe vrede, geen generiek geluk. Wel dit: de meeste dingen in het leven zijn niet perfect. Maar er is altijd koffie. En als de winkels open zijn, zelfs een croissant. Dat is voor mij genoeg. Merry nothing.