Iedereen is op zoek naar zijn eigen waarheid. Een waarheid die niet bestaat, maar wel voelt als een zacht kussen onder je hoofd na een lange dag. Het is de waarheid die fluistert dat je gelijk hebt, ook als je diep van binnen weet dat je fout zit. Het heet zelfrechtvaardiging, en het is de motor van ons bestaan. Een kapotte motor, dat wel, maar hij blijft pruttelen zolang we hem voeren.
Neem geloof. Veel mensen begrijpen de islam niet, of welk geloof dan ook. Maar ze geloven wel. En dat geloof is vaak geen rustpunt, maar een gevecht. Ze trekken die ene hadith uit de kast die precies zegt wat ze willen horen. Of ze bladeren in de Bijbel naar dat vers dat hun daden rechtvaardigt. Want gelijk kun je altijd vinden, als je maar goed zoekt. En als het er niet is, verzin je het gewoon.
Het is overal. Ik ben onbeschoft tegen jou, maar als jij onbeschoft bent tegen mij, dan ben jij de duivel. Ik snijd je af in het verkeer en noem het haast, maar als jij het doet, ben je een hork. Het is pijnlijk hoe vaak dit gebeurt. Het is schrijnend hoe normaal het is geworden. En het ergste is: we merken het niet eens meer.

Zelfrechtvaardiging is een sluipmoordenaar. Het heeft geen messen nodig, alleen woorden. Het fluistert je in dat jij altijd gelijk hebt, dat jouw pijn groter is dan die van een ander. Dat jouw fouten eigenlijk geen fouten zijn, maar omstandigheden. En die ander? Die ander moet beter weten. Die ander moet groeien. Die ander is het probleem.
En terwijl we allemaal druk bezig zijn met onszelf rechtvaardigen, zakt de samenleving als een soufflé in elkaar. Op microniveau, waar vrienden uit elkaar groeien omdat niemand meer sorry kan zeggen. Op macroniveau, waar politieke partijen geen compromissen meer sluiten omdat ze heilig geloven in hun eigen gelijk.
Het is een tragedie, geschreven door ons allemaal. En we klappen voor ons eigen stuk, zonder te zien dat het podium in brand staat.
Misschien zit de oplossing in iets eenvoudigs. Iets menselijks. Dat we af en toe stil zijn. Dat we kijken naar ons eigen gedrag voordat we wijzen naar een ander. Dat we leren om ongelijk te hebben, en dat te omarmen als een kans om te groeien. Want de waarheid? Die is groter dan wij allemaal. Maar zolang we blijven graven naar ons eigen gelijk, graven we alleen maar onze eigen kuil.