Ik ben nu al een tijdje getrouwd met een Marokkaanse vrouw. Een fantastische vrouw, dat moet gezegd worden. Stil, bedachtzaam, zo’n type dat je altijd gelijk wil geven, zelfs als je fout zit. Maar waar zij stil is, vult de rest van de Marokkaanse mannen het decibelgat in haar familie en ver daarbuiten met een enthousiasme dat alleen beschreven kan worden als een combinatie van een straatverkoper en een politicus tijdens een verkiezingsdebat.
Ik ben al jaren op zoek naar de rustige Marokkaan. Je weet wel, eentje die z’n mond houdt. Maar hij lijkt even onvindbaar als een parkeerplek in Amsterdam op zaterdagavond. Het begint al bij de mannen in haar familie. Ooms, neven, zwagers – ze praten alsof het een olympische sport is. Over politiek, voetbal, de laatste bouwmarkt waar ze een schroefje voor de helft van de prijs hebben gescoord. En dat allemaal tegelijkertijd, door elkaar heen, met zoveel volume dat je zou denken dat er een wedstrijd gaande is.
Ze zijn meesters in het bezetten van lucht. Heb je weleens geprobeerd om een Marokkaanse man te onderbreken? Het is alsof je een waterval probeert te stoppen met een paraplu. Zodra je een adempauze denkt te horen, komt er weer een monoloog van vijf minuten over waarom Messi toch echt beter is dan Ronaldo (of andersom, afhankelijk van de speaker van dienst).

Het toppunt? Ik weet zeker dat ze zichzelf opnemen. Niet voor een podcast, maar zodat ze tijdens lange autoritten gewoon lekker naar hun eigen stem kunnen luisteren. Stel je voor: een autorit van Casablanca naar Tanger, de zon laag aan de horizon, en uit de speakers hoor je iets als: “Broer, luister effe wat ik gister zei over waarom Marokkaanse thee beter is dan die Turkse zooi. Echt dieper dan dit wordt het niet.”
Het is niet alleen de familie. Buiten de familie kom je dezelfde types tegen. In de moskee, in het theehuis, op straat. Iedere Marokkaanse man is een expert in álles. Van voetbal tot politiek, van de beste plek om lamsvlees te kopen tot hoe je het Midden-Oosten moet redden. Je hoeft ze maar één vraag te stellen en ze geven je een TED-talk, inclusief armbewegingen die je doen twijfelen of je in een gesprek zit of bij een slecht gerepeteerde dansvoorstelling.
En weet je wat het ironische is? Stiltes zijn hun grootste angst. Zet een Marokkaanse man in een kamer zonder gesprekspartners en hij begint waarschijnlijk tegen een plant te praten. “Hoor je wat ik zeg, broer? Dit is gewoon waarheid, plantje.”
Dus ja, ik zoek de rustige Marokkaan. Eentje die luistert. Die een gesprek voert zonder meteen vijf sidequests te starten. Maar misschien zoek ik iets wat niet bestaat. Misschien is dat gewoon niet hun natuur. Misschien is het hun manier om de wereld een beetje leuker te maken, door overal een mening over te hebben, zelfs als niemand erom gevraagd heeft.
Maar mocht je hem vinden – die ene Marokkaanse man die zwijgt en gewoon knikt – stuur hem dan even mijn kant op. Gap, ik wil hem ontmoeten.