Het leven is gek. Echt. Soms kijk ik naar de wereld en lijkt alles een beetje alsof je een IKEA-kast in elkaar probeert te zetten zonder handleiding. Je denkt dat je het begrijpt, maar toch blijft er altijd een plank over. En net als je klaar bent, blijkt dat die plank eigenlijk de bodem van de kast was.
Maar het gekste van alles is onrechtvaardigheid. Het zit overal, maar niemand ziet het. Of misschien willen we het niet zien, vooral als het uit onszelf komt. Het is een soort geurloze gaslek: je merkt het pas als je de kamer uit loopt en denkt, hé, dat was niet helemaal eerlijk.
Onrechtvaardigheid heeft gradaties. Laten we beginnen met de kleinste: de mini-onrechtvaardigheid. Neem mijn zoon van 3 en mijn dochter van 4. Ze maken ruzie, iets met een stuk speelgoed, en zonder te kijken zeg ik tegen mijn zoon dat hij moet stoppen. Hij is toch altijd de vervelende? Maar deze keer blijkt mijn dochter degene die hem op zijn mooie hoofdje heeft getimmerd. Dat is klein, maar ook onrechtvaardig. Een klein lekje in het gas.

Dan heb je de medium-onrechtvaardigheid. Familievetes zijn daar een uitstekend voorbeeld van. Stel, je scheldt je tante uit op een bruiloft. Iets doms, iets wat je beter niet had kunnen zeggen. Maar in plaats van je excuses aan te bieden, ga je lekker achter haar rug om roddelen. Jaren later praat niemand meer met elkaar. Je tante heeft nu een nieuwe favoriete neef en jij wordt alleen nog uitgenodigd voor de verjaardag van de hond. Het gaslek wordt groter. Het ruikt naar spijt, maar je doet niks.
En dan, aan de andere kant van het spectrum, heb je de tera-onrechtvaardigheid. Je neemt een land in, moordt een volk uit, en rechtvaardigt het onder het mom van “zelfverdediging.” Dat is onrechtvaardigheid in zijn puurste, lelijkste vorm. Maar hoe vaak kijken we naar die wereldleiders en denken we niet stilletjes: misschien ben ik ook een beetje zo? Een mini-Netanyahu?
Want daar ligt het gekke: onrechtvaardigheid is universeel. Het is een spiegel waarin niemand graag kijkt. We willen onszelf zien als goed en eerlijk, maar ondertussen zijn we allemaal schuldig. Niet altijd in dezelfde mate, maar op een gegeven moment wel. Het verschil? Wat je daarna doet.
Als je het gaslek dichtdraait, excuses maakt, je eigen fouten rechtzet, dan komt het goed. Misschien niet meteen, misschien niet perfect. Maar het komt goed. Want het leven is gek, ja, maar gelukkig ook verrassend vergevingsgezind.