Er zijn altijd situaties. Ik zit er middenin, jij zit er middenin, en voordat je het weet, zit de hele wereld vol situaties. Maar situaties brengen spanning. En spanning brengt stress. En laat ik duidelijk zijn: ik wil geen stress. En al helemaal geen spanning. Maar waar komen die situaties vandaan? Daar ben ik achter. Ze komen voort uit tere zieltjes.

Tere zieltjes. Zo noemt een vriend van mij dat altijd. Mensen die alles willen vinden en kunnen, maar geen commentaar dulden. Je zegt iets – niet eens heel hard, gewoon zachtjes misschien – en ineens hangen ze aan je als klittenband. Hoe kun je dat zeggen? Wat bedoel je daarmee? Vind je mij niet aardig? Nee. Misschien niet. Misschien wel. Wie weet? Wat maakt het uit wat ik van je vind?

Situatieve shit is apart. Het zit overal, als een onzichtbare lijm die je vastplakt aan de muur van andermans verwachtingen. En als je daar probeert uit te breken – gewoon je eigen ding doet, een woord zegt, een mening ventileert – wordt de wereld boos. Of erger: agressief. Want oh wee als je eerlijk bent. Als je zegt wat je denkt. Als je zegt: “Ik vind je een motherfucking domme lul.” Want dat mag niet. Dat is ongehoord. Dat is kwetsend. Maar weet je wat? Ik vind het gewoon. En als ik dat vind, dan zeg ik het. Want wat maakt het uit wat ik van je vind? Niet iedereen hoeft mij aardig te vinden.

Dat gezegd hebbende, is het natuurlijk wel leuk als de mensen die ik aardig vind, mij ook aardig vinden. Maar zelfs dat hoeft niet per se. Ik ben niet afhankelijk van hun goedkeuring. Weet je waar ik wel afhankelijk van ben? Dat er een keer een rijke klootzak opstaat, mij aankijkt en zegt: “Hier, heb je een paar miljoen, doe je ding, matsko.” Maar dat gebeurt niet. Niemand doet dat. Niemand zegt: “Hier, leef je droom. Bouw een windmolenpark. Verduurzaam de wereld. Or what ever.” Dus tot die dag komt, blijf ik van elke eerste van de maand, tot de laatste dag van de maand, blaren op mijn vingers typen. Zwoegen. Rammen. Werken.

En ondertussen zeg ik FUCK JULLIE ALLEMAAL. Met volle overtuiging. Middelvingers naar de tere zieltjes, naar de situaties, naar de spanning. Want tot die ene messias opstaat met z’n miljoenen en z’n schouderklopjes, blijf ik doen wat ik doe. Levensvreugde laten verpesten? Nooit. Situaties kunnen de tering krijgen.