Er is weer een nieuwe ster aan het firmament van de misdaad. We hadden Quincy Promes al, die in zijn vrije tijd geen voetbaltechniek, maar snijtechniek bijschaaft, en nu hebben we Ronnie Stam. Of nou ja, Ronnie Stam… volgens de nieuwsberichten heet hij Ronnie S., maar we weten allemaal dat het om onze Ronnie Stam gaat. Eens een verdediger van wereldklasse, nu een verdedigingslinie aan het opbouwen in de rechtbank.

Wat is het toch met die voetballers en hun fascinerende carrièrestap richting de criminele onderwereld? Promes was al dom. Die dacht dat je messenpartijen kon winnen met een steekbalans van 1 op 1, en Ronnie Stam dacht kennelijk dat hij nog even zijn eigen transferwaarde kon opkrikken met 2.217 kilo cocaïne. Niet één kilo, niet vijf kilo, maar meer dan twee ton. Dat is niet gewoon een slippertje, dat is alsof je met een omhaal je eigen doel binnen kegelt en daarna hard juicht omdat je de score hebt geopend. Voor de tegenpartij.

Ronnie Stam, de man die je vroeger verdedigingstechnieken bijbracht, blijkt nu vooral defensief sterk in het verschansen van zijn gezin. Die zijn namelijk meerdere keren doelwit van aanslagen geworden, alsof iemand even op een voetbalveldje bommetjes gooit omdat Stam de bal niet snel genoeg over de zijlijn werkt. Wat dacht hij nou? Dat hij in een luxe villa kon blijven zitten, een beetje achteroverleunen terwijl de containers vol poeder voorbij varen en dat de enige zorgen waren of de coke wel op de juiste marktprijs lag?

Nee, Ronnie Stam speelt tegenwoordig in een competitie waar geen VAR aan te pas komt, maar waar de wedstrijdleiding uit drugskartels bestaat. En als je daar een keer een slechte pass geeft, dan komen ze niet met een boze blik, maar met een koffer vol TNT. Niet dat hij zich daar zorgen over lijkt te maken, want zijn advocaat staat al klaar met een verdediging die waarschijnlijk net zo lek is als de achterhoede van FC Twente in zijn nadagen.

Het is treurig. Promes dacht al dat hij de criminele Messi was, maar Ronnie Stam lijkt meer op de Titus Bramble van de georganiseerde misdaad: niet snel genoeg, slecht in anticiperen, en hij laat gaten vallen zo groot als de Rotterdamse haven. En wat dan? Wat dacht hij? “Oh, die voetballers in Spanje en Italië verdienen miljoenen, maar ik kan dat ook wel, en dan met een beetje side business in de drugshandel?” Misschien dacht hij dat het net zoiets was als een voetbalschool beginnen. Alleen in plaats van jonge talenten opleiden, leid je hier criminelen op. Het verschil is dat je bij een verkeerde beweging niet een boze vader op de tribune hebt, maar een huurmoordenaar voor de deur.

Ronnie Stam, voetbalheld uit vervlogen tijden, nu een wandelend cliché. Zo’n type die je in een talkshow zou willen zien opduiken, naast Jeroen Pauw, waar hij zegt: “Ja, dat is een misverstand, ik wist nergens van. Ik dacht dat het poedersuiker was.” Welk scenario hij ook uit de hoge hoed tovert, één ding is zeker: dit is het soort verhaal waar we later op terugkijken en denken: “Had hij geen betere optie? Geen jeugdteam om te trainen of geen analyticus-positie bij een voetbalprogramma?”

Maar nee, hij koos voor de drugshandel. Want waarom zou je iets simpels doen als er een route is naar totale ondergang? Echt dom, Ronnie.