Het nieuws van vandaag: mensen uit Suriname komen naar Nederland om te leren protesteren. Van Greenpeace. Ja, die club die al jaren het vastplakken en schreeuwen heeft geperfectioneerd tot een ware kunstvorm. Maar goed, daar gaan ze dus voor op het vliegtuig. Een trans-Atlantisch retourtje, terwijl we allemaal hardop roepen dat de planeet naar de knoppen gaat door al die CO2-uitstoot. Maar voor een protestcursus kunnen we dat blijkbaar even door de vingers zien. Klimaatcrisis? Nee joh, eerst even die demonstratie-vakantie naar Nederland.

Het idee alleen al. We nodigen mensen uit een land waar de temperatuur dagelijks stijgt tot ver boven de dertig graden, om hier, in de regen, te leren hoe ze zich moeten vastlijmen aan een brug. Want ja, Greenpeace heeft natuurlijk nog wat trucjes in huis die ze graag met de rest van de wereld willen delen. Misschien een workshop “Schreeuwen zonder stemverlies”, of een masterclass “Spandoeken voor dummies”. Ze komen in ieder geval niet om de fietspaden te bewonderen.

Je ziet het al helemaal voor je: een Teams-vergadering bij Greenpeace HQ. “Oké mensen, hoe gaan we de wereld redden?” Stilte. Dan iemand die zijn camera per ongeluk aanzet en een achtergrond van regenwoudgeluiden heeft ingesteld. En dan, na een lange stilte, komt het briljante idee: “Laten we mensen uit Suriname hierheen halen om te leren hoe je professioneel protesteert.” Iedereen knikt instemmend. Het plan is geboren.

Maar serieus, een retourtje voor een protestcursus? Dat is toch te gek voor woorden. Ze vliegen duizenden kilometers om hier te komen leren wat ze daar net zo goed kunnen doen: demonstreren tegen misstanden. Zouden ze tijdens de vlucht ook nog een cursus “Vliegen zonder schuldgevoel” krijgen? Ik zie die stewardessen al rondlopen: “Wilt u een extra kussentje, wat drinken? Of misschien even oefenen met een leuzenbord boven uw hoofd houden? Handig voor straks in het Vondelpark.”

En wat leren ze hier precies? Hoe je de boel blokkeert zonder al te veel weerstand te krijgen? Hoe je jezelf zonder gêne vastlijmt aan de voordeur van een multinational? Of misschien de edele kunst van het negeren van boze voorbijgangers, terwijl je met een serieuze blik naar een camera staart en doet alsof je de wereld redt. Want dat is natuurlijk waar het om gaat: de foto’s, de filmpjes, de likes op Instagram. Het echte werk gebeurt allang niet meer op straat, maar online. Protesting 2.0.

En laten we eerlijk zijn: alsof wij het hier zo goed voor elkaar hebben. Een cursuspakketje van Greenpeace, compleet met PowerPoint-slides en de ‘10 gouden regels van burgerlijke ongehoorzaamheid’, gaat de wereld natuurlijk niet redden. Dit is niet meer dan een schijnbeweging, een oefening in symbolische gebaren, betaald door goedgelovige donateurs die denken dat hun tientje per maand echt iets uithaalt.

Maar goed, straks staan ze hier dan, onze nieuwe protesthelden, klaar om de strijd aan te gaan met de volgende willekeurige multinational. Gewapend met stickers, spandoeken en een hele berg morele superioriteit. En wij, de ervaren demonstranten, staan erbij en kijken ernaar. Want wij hoeven al lang niets meer te leren. Wij doen het al jaren op de automatische piloot. Net zoals de Teams-vergaderingen waar het idee voor deze cursus vandaan kwam.

Dus ja, daar gaan ze dan. Een retourtje voor protestles. Vliegen om te leren hoe je je moet vastlijmen aan de grond. Het is eigenlijk tragisch én hilarisch tegelijk. Je kunt erom lachen, maar je kunt er ook alleen maar moedeloos van worden. We zijn zo bezig met de illusie van verandering, dat we niet eens meer doorhebben hoe ironisch het is dat we een vliegtuig vol demonstranten over de oceaan laten vliegen. Terwijl we ondertussen allemaal braaf in onze Teams-vergaderingen blijven geloven dat we daadwerkelijk iets bereiken.

Wat Greenpeace echt had moeten doen? Gewoon een Teams-call opzetten. Had al die CO2-bespaard, en geloof me, het resultaat was precies hetzelfde geweest: een heleboel geschreeuw, een paar gepaste stiltes, en uiteindelijk niemand die echt weet wat ze nu aan het doen zijn.