Oorzaak en gevolg, twee simpele woorden die ons in staat stellen om de wereld te ordenen, te begrijpen, te rationaliseren. In hun eenvoud lijken ze een helderheid te bieden die ons geruststelt: als ik dit doe, volgt dat. Als de ene dominosteen valt, valt de volgende ook, en zo gaat het door, in een keurige, voorspelbare keten. Maar niets is minder waar. Oorzaak en gevolg zijn net zo helder als een glas vol modderig water. En toch blijven we ons eraan vastklampen, omdat het alternatief—het accepteren van chaos en willekeur—ons simpelweg te veel wordt.

Neem nu het verhaal van mijn vrouw en haar vriendin, een verhaal dat in elke huiskamer verteld zou kunnen worden, maar dat evengoed een kleine tragedie is die de wetten van oorzaak en gevolg op hun kop zet. Dit meisje, laten we haar Farida noemen, had een gave. Niet zoals mensen die mooi kunnen zingen of schilderen, nee, haar gave was veel subtieler, veel destructiever: ze kon liegen. Niet zomaar een leugentje om bestwil, niet een verhaal om de waarheid een beetje op te rekken zoals we dat allemaal wel eens doen. Nee, Farida leefde voor de leugen. De waarheid was voor haar slechts een mogelijke optie tussen een oneindig aantal alternatieven, een saai alternatief bovendien.

Het begon allemaal onschuldig, zoals dat altijd gaat. Een onwaarheid hier, een verzinsel daar. Maar net als een sneeuwbal die de berg afrolt, werden de leugens groter, ingewikkelder, en voordat iemand het goed en wel doorhad, was er een lawine van verzonnen verhalen die haar hele omgeving dreigde te verpletteren. Ze vertelde dat de man van haar vriendin vreemdging, dat haar zwager een drugsdealer was, en niet in bouw werkte, dat haar schoonzussen samenzweerders waren die haar het leven zuur maakten. Het was allemaal niet waar, maar dat deed er niet toe. De leugens functioneerden als een schild, een pantser dat haar beschermde tegen de werkelijkheid.

Op een gegeven moment hielden de verhalen op te kloppen. Zelfs haar beste leugens konden de gaten in het weefsel van haar verzinsels niet langer bedekken. Het gevolg was chaos. De waarheid, die onontkoombare indringer, klopte aan de deur en liet zich niet meer wegsturen. Maar in plaats van zich te verontschuldigen, in plaats van het boetekleed aan te trekken en toe te geven dat ze misschien, heel misschien, iets fout had gedaan, koos Farida voor een andere tactiek: ze ging in de aanval. Ze verdraaide de feiten, draaide de rollen om en beschuldigde anderen van het leugenachtige gedrag dat zijzelf tentoonspreidde.

Wat hier gebeurde, was niet slechts het resultaat van één losstaande actie, maar het gevolg van een systeem dat weigert de oorzaak aan te pakken. De oorzaak—het liegen, het manipuleren—werd genegeerd, weggewuifd als een kleinigheidje. “Zo is ze nu eenmaal,” zeiden haar ouders. “Ze heeft het moeilijk,” zei haar man. Haar zussen knikten. Niemand durfde de confrontatie aan te gaan. Niemand zei: “Dit moet stoppen.” En dus ging het door.

Hier ligt de kern van het probleem: we begrijpen oorzaak en gevolg niet, of beter gezegd, we willen het niet begrijpen. We doen alsof we het begrijpen, we houden onszelf voor dat we rationeel zijn, dat we de controle hebben over ons handelen. Maar we pakken nooit de oorzaak aan. In plaats daarvan gaan we rommelen met de gevolgen, alsof dat iets oplost. We geven iemand een nieuwe kans, omdat we geloven dat hij of zij het dit keer anders zal doen. Maar niets verandert zolang de oorzaak onaangeroerd blijft. Farida bleef liegen, de chaos bleef voortduren, en iedereen bleef meedoen.

Dit is de kern van wat er misgaat: we zijn bang voor de oorzaak, omdat de oorzaak ons dwingt om naar binnen te kijken. Het is veel makkelijker om het gevolg te bestrijden, om de symptomen te behandelen in plaats van de ziekte. We geven onszelf een pijnstiller, maar weigeren de tumor weg te halen. En dan zijn we verbaasd dat de pijn blijft.

Farida’s verhaal is niet uniek. Het is slechts een voorbeeld van hoe oorzaak en gevolg in onze samenleving vaak worden misbruikt of genegeerd. We willen dat dingen anders gaan, maar we blijven dezelfde fouten herhalen. Waarom? Omdat het erkennen van de oorzaak betekent dat we verantwoordelijkheid moeten nemen, en verantwoordelijkheid is een last die de meesten van ons liever vermijden.

Oorzaak en gevolg zijn geen eenvoudige begrippen. Ze zijn niet lineair, niet eenduidig. Ze zijn complex en onvoorspelbaar, en precies daarin ligt hun kracht. Maar die kracht is beangstigend. Het vereist moed om in de spiegel te kijken en te zeggen: “Dit is de oorzaak van mijn probleem, en ik moet het aanpakken.” Liever blijven we op de oppervlakte, hopend dat de gevolgen op magische wijze zullen verdwijnen als we ze lang genoeg negeren.

Maar dat doen ze niet. Farida zal blijven liegen zolang niemand haar stopt. Haar man zal blijven knikken, haar ouders zullen blijven zuchten, en haar zussen zullen blijven zwijgen. Het gevolg blijft hetzelfde, omdat niemand de oorzaak durft aan te pakken. En zo rollen we verder, van de ene leugen naar de volgende, van het ene gevolg naar het andere, in de illusie dat we controle hebben, terwijl de waarheid ons langzaam maar zeker inhaalt.