Vrijdag 11 oktober. Het was zo’n avond waarop alles lijkt samen te vallen, alsof het universum even met je meewerkt. Eerst een goede maaltijd – daar begint het altijd mee – en vervolgens een parkeerplaats op een steenworp afstand van het DeLaMar Theater, gelegen in het hart van Amsterdam, vlak bij het altijd rumoerige Leidseplein. Een kleine overwinning. Je maakt een foto van de artiest zijn naam op de gevel, naast een ouder Hindoestaans-Surinaams echtpaar dat hetzelfde doet. Zijn ouders, zou later blijken. Een zacht soort voorgevoel dat deze avond iets bijzonders in zich draagt.

Rayen Panday, Karma. De titel van zijn show. Het is een titel die je doet vermoeden dat hij iets te zeggen heeft, iets groots misschien zelfs. Karma, een woord dat je bijna voelt trillen van betekenis, al dan niet omdat je het vaak genoeg hebt horen vallen in gesprekken over lot en schuld, over oorzaak en gevolg. Maar wat ik niet had verwacht, was hoe soepel hij dat concept in zijn show zou weven. Hij speelde ermee, zonder het gewicht te verliezen. Dichterlijk, bijna. En toch, altijd die humor. Nooit te zwaar, nooit te licht. Alsof hij de wetten van de zwaartekracht even naar zijn hand zette.

Wat me nog het meest trof was het tempo. Niet het vermoeiende soort waarbij je bang bent om een grap te missen, maar een ritme dat je meeneemt, waarin geen moment verspild wordt. Perfect Nederlands, zei ik tegen mezelf, omdat het zo zeldzaam is geworden. En werkelijk, geen slechte grap te bekennen. Het was zijn show, zijn ritme. Wij, het publiek, waren slechts onderdanen, lachend op zijn commando. Een meesterlijke controle die ik zelden zo overtuigend heb meegemaakt.

En toen, midden in al dat lachen, die ode. Een ode aan Wimie Wilhelm, zijn regisseur, net overleden. De lucht in de zaal veranderde, je kon het voelen. De kwetsbaarheid van dat moment, en misschien ook mijn eigen. Ik dacht aan Justus van Oel, haar ex-man en mijn vriend, die ik had gezien op de dag van haar dood. Het maakte de stilte die volgde net iets zwaarder, iets echter. Maar zelfs daar, tussen het verdriet, wist hij ons weer terug te halen naar de lach.

Rayen Panday is een held. Maar niet zomaar een held. Hij is een grappige held. En misschien zijn dat wel de meest zeldzame.