Afgelopen vrijdag, tijdens ADE, koos ik niet voor de zweterige dansvloeren of schurende beats. In plaats daarvan zat ik in het Comedy Café Amsterdam, op misschien wel een van de mooiste plekjes van de stad, kijkend over het IJ. En terwijl ik daar zat, turend naar de overkant, viel het me weer op: alles boven het IJ, dat hoort er niet bij. Vraag het maar aan een echte Amsterdammer. Alles wat aan de andere kant ligt, dat is het Niemandsland. Een gebied waar men zich misschien wel Amsterdammer waant, maar de stad voelt anders. Het is de verkeerde kant van het water, de grens waar de beschaving ophoudt.

Natuurlijk, wat je ziet vanaf het café valt nog mee. Je kunt erdoorheen kijken zonder meteen je geloof in de mensheid te verliezen. Maar stel je voor, je woont in Oostzaan. Daar, waar de evolutie halverwege lijkt te zijn gestopt, waar het gemiddelde IQ niet ver boven de 50 komt. Mensen die trots zijn op Oostzaan – ze zijn trots omdat ze, zonder te knoeien, kunnen mikken op het vliegje in het urinoir. Zij zijn ervan overtuigd dat de aarde plat is en verkondigen dat met stelligheid: “Das egt, man.” Ze drinken Schultenbräu omdat ze te gierig zijn om Heineken te kopen, en zweren dat het best te doen is, terwijl ze zichzelf halfblind drinken aan dat slecht gebrouwen goedje.

Maar genoeg over Oostzaan en zijn inwoners. We kwamen hier voor Kor Hoebe. Kor, die zonder twijfel in de top drie van Nederlandse comedians staat. Een man die een onuitputtelijke kennisbank lijkt te hebben, iemand die feiten en culturen met een bijna achteloze precisie door de zaal slingert. Hij neemt iedereen op de hak, vaak in hun eigen taal, en toch blijft het altijd raak. Hij is zowel straat als adel – Poolse adel, om precies te zijn. Kor is een gangster met een gouden hart. Hij weet een zaal te vangen met een verhaal dat je zou ontroeren, om vervolgens je tranen van het lachen over je wangen te laten rollen.

Zijn grootste kracht zit misschien wel in zijn vermogen om mensen te lezen. Je kunt aan alles merken dat Kor de kunst van de observatie beheerst. Hij scant de zaal, neemt kleine details in zich op en maakt het persoonlijk. Hij weet precies wanneer hij moet toeslaan met een grap, wanneer hij iemand moet uitdagen, en wanneer hij het moet laten rusten. Zijn humor raakt omdat het niet alleen scherp is, maar ook doordrenkt van empathie. Kor heeft een zeldzame gave: hij laat je lachen om jezelf zonder dat je je aangevallen voelt.

Alles klopt aan zijn optreden. Zijn interactie met het publiek, zijn timing, zijn vermogen om humor en emotie moeiteloos te combineren. Het is zeldzaam. Een uur en vijftien minuten zat ik op het puntje van mijn stoel, wetende dat ik getuige was van iets bijzonders. Kor Hoebe is geen eendagsvlieg, maar een komiek die we hard nodig hebben in deze tijd. Ga naar hem toe, luister, en geniet.

En zo verdween Kor Hoebe uiteindelijk op zijn fietsje, met zijn waterdichte rugtas van zo’n merk dat alleen ANWB-leden kopen, dus ik ken het niet. Hij reed de gure avond in, om niet veel later diezelfde avond op televisie bij Humberto Tan aan tafel te zitten in de talkshow. Heerlijke nuchterheid. Geen kapsones, geen gedoe. Alleen maar liefde voor Kor.