Je kan je kind erkennen, dat moet zelfs. De burgerlijke stand, de hele rimram. Jij vader, moeder, ouder, voogd, zorgt voor dat onschuldige hummeltje met een hoofdje dat nog naar zwitsal ruikt. Maar wat niemand je vertelt, wat in geen enkel voorlichtingsboekje staat, is dat je het ook weer mag ontkennen. Na een jaar of zestien bijvoorbeeld, als het onschuldige er wel vanaf is en je erachter komt dat het kind toch niet echt leuk is. Of erger: dom. Zo’n moment waarop je beseft dat het bloedbandje niet verder reikt dan het bord macaroni dat ze met open mond naar binnen schuiven.
Daar sta je dan, met dat wezen dat je ooit vol hoop en liefde hebt omarmd, en ineens denk je: nee, dit was een fout. Waar is de terugkeerknop? De klantenservice? “Ik wil deze terugbrengen,” hoor je jezelf zeggen, terwijl het op een stoel tegenover je zit met de blik van een hamster dat zijn wangen te vol heeft gepropt. Maar nee, die optie bestaat natuurlijk niet, officieel althans.
Daarom stel ik het Huis van Ontkende Kinderen voor. Een plek waar je je puber – die tegen je schreeuwt dat je zijn leven hebt verpest omdat je een keer ‘nee’ hebt gezegd tegen de Xbox – gewoon kan achterlaten. In alle discretie, uiteraard. Misschien met een bordje om zijn nek: ‘Niet leuk, niet slim, wees gewaarschuwd.’ En dan gaan ze daar, naar een plek waar ze geaccepteerd worden door mensen die al lang hebben gewacht op een dom kind. Mensen die, om wat voor bizarre reden ook, juist dol zijn op het geven van liefde aan een wezen dat je zelf liever zou vergeten.

En het mooie is: er is een rij. Er is altijd een rij. Mensen die snakken naar de onvoorwaardelijke liefde van een dom wezen dat iedere dag dezelfde fouten maakt, dezelfde slechte grappen vertelt, maar dat je toch aanstaart alsof je een god bent. Wat jij als ondraaglijke last zag, is voor een ander het grootste geschenk. Win-win, toch?
Dus waarom niet? Je herkent je kind, voedt het op tot een zekere leeftijd en daarna, als het toch niet helemaal is wat je had verwacht, ontken je het. Simpel. Bureaucratisch zelfs. “Ik wil ontkennen,” zeg je bij het loket van de gemeente, en hop, daar gaat je naam van het geboorteformulier af. Stap in je auto, zwaai nog één keer, en rij weg.
Laat het huilen maar aan de liefhebbers.