Vandaag zat ik weer eens in het Corendon Hotel in Badhoevedorp. Niet om te slapen, maar om mijn ouwe Tesla gratis te laten opladen. Tesla Supercharger, ouwe Tesla, enzovoorts. Een geliefde plek voor taxichauffeurs om hun elektrische vehikels vol te tanken met stroom, alsof ze vervolgens via de A10-oost van Schiphol naar Alkmaar kunnen teleporteren. Zo werkt het natuurlijk.

Enfin, er kwamen twee taxichauffeurs binnen. Groot. Marokkaans. Je weet wel, dat type dat alles weet en niks begrijpt. Overal om ons heen hing Starbucks-reclame. Het type reclame dat fluistert: “Koop mij, voel je belangrijk, vergeet je ellende.” Dus geheel volgens protocol vroeg één van de mannen aan de baliemedewerkster of dit een echte Starbucks was. Zij, opgewekt alsof ze net zelf een dubbele caramel macchiato achter de kiezen had, legde uit dat ze onderdeel waren van het ‘We proudly serve’-concept van Starbucks. “Geen franchise dus, maar wél Starbucks,” voegde ze er met een schijnheilige glimlach aan toe.

De grootste van de twee keek haar aan alsof ze hem net had verteld dat de aarde tóch plat is. “Dan drink ik hier geen koffie,” zei hij plechtig. “Starbucks support Israël.” Alsof hij net een daad van ongekende wereldvrede had verricht, haalde hij zijn iPhone uit zijn broekzak. Zijn Diesel-broek, welteverstaan. Hij rook waarschijnlijk naar Armani-parfum, had een Tom Ford-zonnebril in zijn taxi liggen, en met een beetje pech ook nog een Zara-jas.

En daar stond hij dan, met zijn iPhone, die – oh ironie – net als Starbucks ook ooit onder vuur lag vanwege vermeende steun aan Israël. Maar dat deed er even niet toe. Met een dramatisch gebaar stopte hij zijn telefoon terug in zijn broekzak, alsof hij net een wereldprobleem had opgelost. Zijn maat knikte instemmend. “Gekkenhuis,” zei hij, alsof hij al deze gedachten samenvatte in dat ene woord.

Ik keek naar ze en voelde een steek van vertedering. Dat soort hypocrisie kan me niet boos maken. Het is ergens lief. Onschuldige domheid die meer vertelt over de menselijke conditie dan elke filosofische verhandeling ooit zou kunnen. Hypocrisie als een soort kinderlijk geloof in het goede, terwijl je zelf ondertussen rustig van alles consumeert wat je eigen principes ondermijnt.

Terwijl ik daar zat, stelde ik me voor hoe het zou zijn om écht consequent te zijn. Geen Starbucks. Geen Apple. Geen Zara. Geen Diesel. Geen Armani. Geen Tom Ford. Geen wereld, eigenlijk. Gewoon jij, op een onbewoond eiland, worstelend om vuur te maken met twee stokjes, want ook lucifers hebben vast bloed aan hun handen.

Ik heb de lijst met verboden producten hier bijgevoegd. Zie, geniet en doe ermee wat je wilt. Maar ik zeg je alvast: de enige manier om écht zuiver te leven, is verhuizen naar dat eiland. En zelfs dan zul je een keer een kokosnoot jatten van een ander. Wat u?