David is mij iets schuldig. En niet zomaar iets – een I owe you die je niet met een colaatje zero of een bos bloemen kunt afkopen. David weet dat ook, dus hij denkt groot.

“Maak je geen zorgen, MasterRebel,” zegt hij. “Ik fix dit voor je.”

En hoe fixt hij het? Hij loopt Maastricht binnen, klopt aan bij een willekeurig huis, en zegt tegen de bewoner: “Sorry, vriend, maar dit huis is nu van MasterRebel. Pak je spullen maar.”

Dus daar sta ik, met de sleutels van een onbekend huis in mijn hand. Ik kijk om me heen en denk: Ja, Maastricht. Dit werkt wel. Maar terwijl ik mijn nieuwe stek inricht, begin ik aan meer te denken. Mijn familie moet ook een plekje hebben. En mijn vrienden. En hun vrienden.

“David,” zeg ik, “kun jij niet de hele straat voor me regelen? Sterker nog, de hele wijk. Of nee, fuck it, de hele stad.”

David knikt. “Komt goed, MasterRebel.”

En zo groeit mijn nieuwe domein. Straat na straat, wijk na wijk, totdat Maastricht niet langer Maastricht is, maar Rebeltown. De oorspronkelijke bewoners moeten maar naar de randen van de stad, naar plekken waar het water nauwelijks stroomt en de straten vol kuilen liggen.

Sommigen protesteren. Logisch ook. Maar ik klim op een zeepkist midden op het Vrijthof en roep: “Deze mensen vallen mij aan! Dit is pure anti-Rebeltownisme! Wij hebben het recht onszelf te verdedigen!”

Wanneer een paar boze ex-Maastrichtenaren mijn voordeur proberen in te trappen, bel ik David. “Luister,” zeg ik, “ze proberen me aan te vallen.”

David zucht. “Ik zit een beetje vast in Amsterdam, maar ik ken een jongen in Rotterdam met een kickboksschool. Hij stuurt wel 200 gasten om je te helpen.”

Dat werkt. Rebeltown groeit. Het Vrijthof is nu van mij. Wyck ook. Zelfs de Sint-Servaasbrug heb ik ingepikt. De wereld kijkt toe en knikt: MasterRebel zal er wel een goede reden voor hebben.

Stel je dit voor. Stel je voor dat iemand zijn schuld aan jou inlost door iemand anders uit zijn huis te zetten. Door een hele stad in te pikken. Dat klinkt toch krankzinnig? Niemand zou dat accepteren.

Behalve als het om Israël gaat. Want zo werd het probleem opgelost. Oeganda? Nee, te ver weg. Israël? Ja, want de Britten hadden toch al een mandaat in Palestina. Een schuld aan MasterRebel lossen door iemand anders uit z’n huis te zetten.

80 jaar later sta ik nog steeds op die zeepkist. Nog steeds roep ik dat ik word aangevallen. Nog steeds groeit Rebeltown. En de wereld? Die blijft knikken.

Een krankzinnig verhaal, toch? Maar Israël doet dit al 80 jaar. En niemand vindt het gek. Behalve een paar jongens in Amsterdam, die er iets van zeggen. Maar zij? Zij zijn de gekken.