Missen is een eigenaardige vorm van lijden. Het is de echo van wat er niet is, een heimwee naar een afwezigheid. Maar hoe kun je iets missen dat je nooit hebt gehad? Wat betekent het om een leegte te voelen die nooit gevuld is geweest? Dit is geen filosofische oefening, maar een emotionele werkelijkheid. Het roept de vraag op: als missen een emotie is, hoe bestaat dan de emotie van iets dat nooit bestond?
Misschien ligt het antwoord in de subtiele kunst van nissen. Een nis is een ruimte die wacht, een leegte die uitnodigt. In architecturale zin is het een gat in de muur, bedoeld voor een beeld of een vaas, maar in de menselijke ervaring is het veel meer. Nissen is niet alleen een toestand van gebrek, maar ook van potentie. Het is de belofte dat iets kan worden gevuld, of misschien zelfs dat het lege de waarde zelf vertegenwoordigt.
Het missen van het onbekende
Wat mis je als je nooit hebt gehad wat je verlangt? Je mist de fantasie, de projectie van wat dat “iets” had kunnen zijn. De mens heeft de unieke gave om afwezigheden te concretiseren. Een kind dat geen moeder heeft gekend, kan haar toch missen. Niet haar gezicht, niet haar stem, maar het abstracte concept van “moeder-zijn”. Het missen van een ervaring die je nooit hebt gehad, is een paradox. Je mist niet het ding zelf, maar het idee van wat dat ding had kunnen betekenen.
Hier komen nissen en missen samen. De nis, de ruimte in je hart, kan een vorm aannemen van datgene wat je nooit hebt gehad. En hoe meer je deze leegte aandacht geeft, hoe groter ze lijkt. Het missen groeit in de nis, als een klimplant die nergens tegenop klimt.

Is missen een emotie?
Missen is geen simpele emotie zoals verdriet of vreugde. Het is een complex mengsel van verlangen, rouw, en hoop. Het voelt als een voortdurende beweging, een onrust die je dwingt om terug te keren naar iets dat niet te vinden is. Het is ook meer dan een reflex. Bij pijn trek je je hand terug; bij missen blijf je je hand uitstrekken, in de hoop dat er iets zal zijn om vast te houden.0)
Misschien is missen eerder een toestand dan een emotie. Het is een landschap waarin emoties rondzwerven, zoals mist over een veld. De mist vult de lucht, maar laat je toch zien wat erachter zou kunnen liggen. Nissen is de architectuur van dat landschap. De ruimtes in ons, groot of klein, maken missen mogelijk. Ze zijn de mallen waarin onze verlangens en teleurstellingen worden gegoten.
Nissen als levenskunst
Nissen is meer dan een leegte; het is een actieve vorm van leven. Het vraagt om de moed om ruimte te laten, om leegtes te accepteren als onderdeel van wie je bent. Nissen is geen emotie, maar een vermogen. Het is de kunst om te bestaan in incomplete vormen, om te accepteren dat sommige gaten nooit gevuld zullen worden. En misschien, heel misschien, dat sommige gaten gevuld moeten blijven met niets.
Dit brengt ons terug naar de kern van missen. Het missen van iets dat je nooit hebt gehad, is het nissen van een idee. Het maakt je kwetsbaar, maar ook menselijk. Want het is niet alleen wat we missen dat ons definieert, maar ook hoe we ruimte maken voor wat er nooit zal zijn. Het is de kunst om met lege handen te staan, en daar vrede mee te hebben.