Ik schaam mij. Voor het land waar ik woon. Voor de leiders die we kiezen. Voor het gemak waarmee sommigen de wereld in tweeën splitsen: wij en zij, zwart en wit, goed en fout. Soms denk ik dat ik me niet langer wil schamen, maar gewoon wil vertrekken. De grens over. Weg van hier. Maar dan besef ik dat het niet het land is dat mij kapotmaakt, maar de mensen die weigeren het beter te maken.

Neem Jerry King Luther Afriyie. Een man met een stem die meer doet dan spreken. Een man die strijdt, niet om mensen uit elkaar te drijven, maar om te verbinden. Een man die in 15 jaar heeft bereikt wat velen onmogelijk achtten: een beweging op gang brengen die niet langer wegkijkt van racisme. Hij stuurde een tweet de wereld in, eenvoudig maar krachtig:

Mijn interview met de @volkskrant over onze 15-jarige strijd tegen zwarte piet en anti-zwart racisme in Nederland. Dit land is mooi maar er is genoeg ruimte voor verbetering. Met name in hoe we omgaan met ons koloniale- en slavernijverleden.

Dat ene zinnetje: “Dit land is mooi maar er is genoeg ruimte voor verbetering.” Het raakte me. Een uitgestoken hand, geen gebalde vuist. Een oproep tot dialoog, niet tot conflict. Maar toen kwam Geert Wilders. Geert, die zichzelf ziet als de stem van het volk. Geert, die meer van zijn tijd besteedt aan haat zaaien dan aan bouwen. Zijn reactie was kort, bondig, en verwoestend:

LANG LEVE ZWARTE PIET ❤️

Ik huilde. Tranen met tuiten. Ik huilde omdat ik dacht aan de talloze mensen in dit land die dezelfde pijn voelen als Jerry. Die al jaren proberen uit te leggen waarom zwarte piet geen traditie is om trots op te zijn. Die keer op keer botsten op die muur van onbegrip. Maar wat me het meest brak, was niet eens Wilders. Het was de stilte erna. De duizenden likes. Het gelach in de reacties. Het feit dat een leider – ja, dat is hij nog steeds, hoe je het ook wendt of keert – denkt dat het prima is om haat te verkopen als humor.

En ik schaam mij. Niet alleen voor Wilders, maar ook voor mezelf. Omdat ik niet genoeg doe. Omdat ik, net als zovelen, soms zwijg waar ik zou moeten spreken. Omdat ik zie hoe dit land mooi zou kunnen zijn en me laat verlammen door hoe ver we daar nog vandaan zijn.

Misschien is dat wat Jerry bedoelde. Dit land is mooi. Maar het is lelijk gemaakt door de schaduwen die we weigeren te verlichten. Door een geschiedenis die we in een hoek duwen, omdat het te pijnlijk is om te erkennen dat we niet de helden zijn die we onszelf graag voordoen.

En toch, ondanks alles, hoop ik. Ik hoop dat we ooit een land worden dat Jerry’s woorden begrijpt. Dat de ruimte voor verbetering niet langer een wens is, maar een realiteit. Tot die tijd zal ik mij blijven schamen. Maar ik zal ook blijven hopen. Want wat anders hebben we nog?