Het is zaterdagavond, de lampen schijnen fel en het publiek, onrustig en dorstig naar spektakel, vult de arena met een rauwe energie. In de blauwe hoek staat Tarik Khbabez, de Marokkaanse krachtpatser, een sloopkogel in mensenvorm. In de rode hoek Donegi Abena, de Surinaamse reus, een muur van spieren en vastberadenheid. Dit zou een gevecht moeten zijn waar respect en sportiviteit de boventoon voeren. Maar dat was allesbehalve het geval.

Vanaf de staredown voelde het fout. Geen handdruk, geen knik, zelfs geen poging tot beleefdheid. Wat volgde was een uitwisseling van blikken die harder dreunden dan de low kicks later in de wedstrijd. Het leek alsof ze elkaar al jaren iets verschuldigd waren, alsof dit niet om een titel, maar om pure haat ging. Het publiek joelde, want dit is wat ze willen: een show. Maar dit was geen show. Dit was chaos.

Toen de wedstrijd eenmaal begon, was het een toonbeeld van onsportiviteit. Ellebogen op de rand van wat toegestaan is, stoten na het belsignaal, en blikken die duidelijk maakten dat ze elkaar liever in de coulissen zouden afmaken. Het publiek reageerde precies zoals je zou verwachten: ze joelden, floten en gaven beide vechters precies de energie die ze uitstraalden.

Maar toen kwamen Melvin Manhoef en Remy Bonjasky, de grote namen, de legendes, de morele wachters van de sport. Ze beklommen hun denkbeeldige preekstoel en wezen met vingers die waarschijnlijk net zo hard kunnen slaan als een van hun kicks. “Wees sportief!” riepen ze naar het publiek. “Respecteer de vechters!”

Melvin, Remy, laten we eerlijk zijn. Als je sportiviteit wilt zien, moet je beginnen bij de vechters zelf. Tarik en Donegi hebben deze wedstrijd vanaf de eerste seconde een respectloze lading gegeven. Vanaf de staredown, door de wedstrijd heen en zelfs na het eindsignaal was er niets dat ook maar in de buurt kwam van sportiviteit. En jullie verwachten dat het publiek, een mix van hardcore fans en casual toeschouwers, zich gedraagt als een zaal vol symfonieliefhebbers?

En dan Said, de coach van Abena. Een kleine man met een groot ego, die besloot om het publiek aan te pakken in plaats van zijn eigen vechter. Said, je hebt een verantwoordelijkheid. Je pupil gedroeg zich onsportief, en dat begon niet pas in de ring, maar al bij de eerste blikken. Het is jouw taak om hem daarop aan te spreken, niet om te wijzen naar de tribune.

Het publiek van een kickboksgala is misschien niet hoogopgeleid, maar het is eerlijk. Als ze sportiviteit zien, applaudisseren ze. Als ze disrespect zien, joelen ze. Tarik en Donegi kregen wat ze zaaiden.

Dus, Melvin, Remy, Said—spreek de vechters aan. De verantwoordelijkheid ligt bij hen. Het publiek reageert alleen op wat het voorgeschoteld krijgt. En zaterdagavond kregen ze een gevecht dat in alles respectloos was, van begin tot eind.