Laten we eerlijk zijn: landen in Marokko voelt altijd als thuiskomen. Zelfs voor iemand die geen druppel Marokkaans bloed in zijn aderen heeft. Op 26 december jl. was dat niet anders. Tanger, die stad waar de zee en de lucht elkaar begroeten, had ons verwacht. We zouden worden opgehaald. Een jongen, veel te lief voor zijn eigen bestwil, had ja gezegd. Tegen ons, maar waarschijnlijk ook tegen een groep anderen. Een man van zijn woord, maar niet van planning. Hij kwam dus niet.
Geen paniek. In Marokko is de oplossing nooit ver weg, al lijkt hij vaak net om de hoek te verdwijnen. Een taxi was snel gevonden. De chauffeur, een man met een glimlach alsof hij al honderd jaar weet dat het leven niet eerlijk is, vroeg 150 dirham. Mijn reisgenoot, ziek maar met een scherp oog voor opportunisme, schudde zijn hoofd. “Te veel,” mompelde hij. Ik moest hem gelijk geven, al voelde ik me een beetje schuldig.
Marokko heeft geen Uber, maar Indrive. Een app die belooft wat je nodig hebt: vervoer, goedkoop en snel. Binnen vijf minuten zou onze chauffeur er zijn. Hij kwam, precies op tijd, zoals een held in een goedkoop sprookje. Alleen duurde het sprookje precies drie minuten. Hij werd herkend. Door de officiële taxi’s.
En toen, chaos.
Een kring van woede en jaloezie vormde zich om ons heen, beige auto’s met chauffeurs die rookten alsof de wereld zou eindigen. De Indrive-chauffeur werd vastgepind door regels die we niet kenden. Indrive? Illegaal. Een kleine wet die groot genoeg was om onze plannen te verstoren. Een agent werd erbij gehaald. Een man die verdacht veel leek op Rachid Larouz in een uniform dat iets te strak zat.

“Wisten jullie dit?” vroeg hij, terwijl hij zijn ogen vernauwde. Zijn toon was streng, maar zijn blik was vriendelijk. Nee, dat wisten we niet. Dat begreep hij. Hij knikte, alsof hij wist hoe alles mis kan gaan in een land dat leeft op improvisatie. Alleen, we moesten blijven. Als getuigen.
Wat volgde was een lange middag. Vier uur waarin tijd vloeibaar werd en verhalen op ons afkwamen als golven. De commandant en zijn rechterhand besloten uiteindelijk dat we genoeg geleden hadden. Ze brachten ons persoonlijk naar huis. Een rit die voelde als een bekroning.
Vier uur verspild? Misschien. Maar ook vier uur gewonnen. Een herinnering rijker, een verhaal dat ruikt naar de zee van Tanger en smaakt naar de chaos van het leven. Want dat is Marokko: nooit wat je verwacht, altijd meer dan je aankan. Een plek die je omarmt, zelfs als je hier niet vandaan komt.