Vroeger was alles beter. Ik weet het, het klinkt als iets wat je oom zegt terwijl hij met een zucht naar het journaal kijkt, maar het is waar. Vroeger kende ik Louis Vuitton niet. Een totaal overbodige toevoeging aan mijn leven. Net zo min kende ik Gucci, Dior, Hermès of welk pretentieus luxemerk dan ook. Ik was blij met weinig. Nu ga ik naar restaurants. Meestal met collega’s. Of vrienden. Soms met familie. Ik kom nooit (LEES: NOOIT) onder de 100 euro uit, om het daarna of snel en vloeibaar of iets langzamer en harder te verteren.

De goede oude tijd

Vroeger was ik blij met gebakken shoarma van de slager, dat was een luxe, en frietjes van de snackbar. Ik kreeg een glaasje limonadesiroop en noemde dat ranja tot grote ergernis van mijn vrouw nu. Ik noem het nog steeds soms in een vlaag van verstandsverbijstering naar het merk Ranja. Ik zie het probleem ook niet. Maar wat maakt het allemaal uit.

Nostalgie op z’n Nederlands

Je zou zelfs terug verlangen naar Yasser Arafat. Ja, die man met die kenmerkende hoofddoek die eruitzag alsof hij net klaar was met het ondertekenen van een vredesverdrag. Tenminste wist je toen nog wie de hoofdrolspelers waren. Nu heb je zoveel keuze dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Het is als een all-you-can-eat buffet van wereldnieuws.Vroeger at je gewoon wat de pot schafte. Nu moet alles Instagram-waardig zijn. Ik mis de tijd dat een maaltijd gewoon een maaltijd was en geen fotoshoot voor je sociale media. De enige filter die we kenden was die in de koffiezetapparaat, en zelfs die was meestal verstopt.

De prijs van vooruitgang

Tegenwoordig betaal je de hoofdprijs voor een avondje uit. Ik vraag me af of het eten beter smaakt als je er meer voor betaalt. Het is als een ritje in een Lamborghini – het klinkt geweldig, maar uiteindelijk is het oncomfortabel en veel te duur.Misschien moeten we allemaal wat vaker terug naar de basis. Een potje Mens-erger-je-niet in plaats van de nieuwste PlayStation. Een goed gesprek in plaats van eindeloos scrollen door je telefoon. Een wandeling in het park in plaats van een dure vakantie naar een of ander tropisch paradijs waar je toch alleen maar met je hoofd in je telefoon zit.Vroeger was alles beter. Of misschien waren we gewoon tevredener. Minder veeleisend. Minder verwend. Minder… nou ja, minder alles eigenlijk. Behalve gelukkig. Dat waren we meer. En dat is misschien wel het enige wat echt telt.