Ik maak altijd dingen mee. Soms klein, soms groot, maar altijd het soort dingen dat een mens aan de praat houdt. Gisteren bijvoorbeeld. Gisteren maakten we weer wat mee. Ik heb een Tesla. Geen nieuwe, hoor. Een oudje uit 2015. Maar hij rijdt als een zonnetje, en het mooiste? Levenslang gratis superchargen bij Tesla. Ja, dat bestaat. Gratis tanken, maar dan elektrisch. Potverdorie, wat een uitvinding.

Bij Corendon in Badhoevedorp staan van die Superchargers. Je weet wel, naast dat hotel waar de vliegtuigen zo laag overvliegen dat je bijna de stewardessen kunt groeten. Mooi spul, die laadpalen. Behalve dat je daar altijd moet vechten tegen een colonne taxi’s. Geen oer-Amsterdamse taxichauffeurs meer, die oude rotten die het vak zagen als ambacht. Nee, nu is het een parade van Uber-junkies die denken dat beleefdheid iets uit de middeleeuwen is. En zij hebben ook allemaal een Tesla. Elektrisch rijden, maar dan met het moreel kompas van een geit.

Gisteren gingen mijn vrouw, haar surrogaatnichtje en ik eten bij Corendon. Slim toch? Auto lekker laden en ondertussen een hapje eten. We kwamen er toevallig vrienden tegen. Gezelligheid alom, totdat de avond een draai kreeg.

De zoon van onze vrienden – een echte beer van een kerel, 2 meter hoog en net zo breed – had zijn Moncler-jas aan de kapstok gehangen. Dure jas, zo’n ding dat je eigenlijk in een kluis hoort op te bergen. Je voelt hem al aankomen: de jas was weg. En niet zomaar weg. Een Engelsman, lekker dronken, had hem meegenomen. Gewoon, per ongeluk natuurlijk. Dat is het ding met Engelsen; ze kunnen iemand in elkaar slaan in een pub en daarna sorry zeggen alsof het een verkeerd geplaatste elleboog was.

De Brit had al gebeld. Hij had door dat hij een jas mee had genomen die niet van hem was. Maar hij was al onderweg naar Rotterdam. “Sorry, mate,” zei hij waarschijnlijk met een halve pint in zijn hand, “I’ll bring it back tomorrow.” Morgen. Morgen! Ondertussen zat die reus van een zoon daar in een T-shirt, bibberend van de kou. Alles zat in die jas: pasjes, sleutels, AirPods. Zelfs zijn trots leek erin verstopt.

De avond ging door. De Engelsman had het warm in Rotterdam. Onze vriend had het koud in Badhoevedorp. Maar toch, ondanks alles, hadden we een leuke avond. We aten, we lachten, we maakten grapjes over hoe je iemand kunt herkennen die net een Moncler heeft gestolen – kijk naar de warmste man in de kamer.

Of de jas vanmorgen is teruggekomen, weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat mijn Tesla weer een volle batterij had. Gratis opgeladen. Dat dan weer wel.