Geachte heer Holman,

Schrijven is een merkwaardig ambacht. Men vecht, men schreeuwt, men tekent overtuigingen uit in taal – vaak met meer liefde dan de wereld verdient. Ik herken dat.
Toch wend ik mij vandaag tot u, niet om u te prijzen, maar om u te weerspreken – op een manier die hopelijk niet bijdraagt aan de radicalisering waarover u zelf zo scherp schrijft.

In uw columns – die ik met fascinatie lees, ook wanneer ik mij eraan erger – keert u telkens terug naar het idee van gelijk hebben als een vorm van innerlijke heiligheid. U weet het zeker: God is dood. U weet het zeker: Israël pleegt geen genocide. En, fundamenteler nog, u weet zeker dat uw waarheid bescherming verdient tegen de verdraaiing van taal.
Ik begrijp u.
En ik geloof dat u ongelijk hebt.

Niet omdat ik de feiten anders zie. Niet omdat ik van mening verschil.
Maar omdat ik geloof dat gelijk hebben geen recht is – en nooit een recht kan zijn.
Gelijk hebben is een emotie, een artistieke uiting van ons diepste verlangen naar orde in een chaotische wereld.
En zodra wij het verwarren met een eigendomsrecht, wordt het gevaarlijk.

U beschrijft hoe radicalen in een hoek worden gedreven. Daarin heeft u gelijk.
Maar radicalisering ontstaat niet simpelweg doordat mensen hun ongelijk wordt bewezen.
Radicalisering begint daar waar men niet meer verdraagt dat de eigen waarheid betwijfeld, onderzocht, of zelfs maar opgerekt wordt.
Gelijk hebben wordt dan een huis zonder deuren, zonder ramen, zonder zuurstof.
Wie daar blijft wonen, raakt zijn verstand kwijt.

Taal faalt soms, zegt u terecht.
Maar juist daarom mogen wij het onderscheid tussen mijn waarheid en de Waarheid niet uitwissen.
Mijn waarheid mag schreeuwen.
Mijn waarheid mag huilen.
Mijn waarheid mag dansen in de regen.
Maar zij mag nooit eisen dat anderen haar aanbidden.

Wanneer wij dat vergeten – of wij ons nu verschuilen achter religie, nationalisme, atheïsme of welke ideologie ook – dan winnen niet de feiten, en niet het debat.
Dan wint uiteindelijk slechts de dood:
niet die van God, niet die van Israël, niet die van Gaza,
maar die van onszelf, als vrije en denkende mensen.

Ik geloof niet dat wij kranten hoeven op te zeggen.
Ik geloof niet dat wij elkaar hoeven te haten vanwege ons verschil in inzicht.
Ik geloof zelfs niet dat wij ooit werkelijk gelijk zullen krijgen.
Niet in deze wereld.

Maar misschien – als we blijven schrijven, blijven luisteren, blijven twijfelen – kunnen we iets beters bereiken:
menselijkheid.

Met alle respect, en met een open hart,

Master Rebel


Open brief aan Theodor Holman, over twee columns in Het Parool (achter een betaalmuur).

Link naar column 1: https://www.parool.nl/columns-opinie/wij-bombardeerden-duitsland-plat-pleegden-de-geallieerden-dan-ook-genocide~bb3aff73/

Link naar column 2: https://www.parool.nl/columns-opinie/ik-kan-tien-keer-schrijven-dat-ik-bibi-niet-zie-zitten-maar-dat-maakt-niet-uit-ik-kus-zijn-kloten~b5efa601/