Wojciech Szczesny, de naam alleen al, klinkt als iets wat je tussen je tanden vindt na een avondje doorzakken in een obscure Oost-Europese kroeg. Je denkt meteen aan een man die zijn dagen slijt met sigaretten en zijn nachten doorbrengt met goedkope vodka. En misschien is dat precies wat Szczesny had moeten doen. Want laten we eerlijk zijn: hij hoort niet op het veld van Camp Nou, maar op een steiger ergens in de suburbs van Warschau, met een peuk in zijn mondhoek en cement aan zijn handen.
Dat hij als keeper bij FC Barcelona speelt, is een vergissing van kosmische proporties. Hoe komt iemand die zo duidelijk ongeschikt is op die plek terecht? Omdat hij toevallig een bal kan vangen? Omdat hij net die ene keer op het juiste moment stond? Het is tragisch, bijna zielig, hoe iemand zich opwerkt naar de top om er dan alles aan te doen om zichzelf te saboteren. Maar Szczesny, met zijn sigaretten en zijn arrogantie, lijkt dat juist te omarmen als zijn identiteit.
Kijk, niemand vraagt je om heilig te zijn als je voetbalt op dat niveau. Maar een beetje inzet zou fijn zijn. Een beetje professionaliteit. En ja, dat betekent je sigaretten inruilen voor iets beters. Maar dat gaat onze Poolse vriend te ver. Hij verdedigt zijn rookgedrag met de overtuiging van een man die geen idee heeft van de wereld waarin hij zich bevindt. “Ik ben wie ik ben,” zegt hij dan, alsof hij iets belangrijks zegt. Nee, Wojciech, je bent gewoon een man die niet bereid is om het maximale uit zijn carrière te halen. Een slappeling die blijft hangen in zijn eigen middelmatigheid.

Wat denkt hij eigenlijk, dat hij een soort rebelse held is? Een icoon voor de werkende klasse die zich afzet tegen de ‘moderne eisen’ van het voetbal? Wat een onzin. Szczesny is geen held. Hij is een stukadoor die per ongeluk keeper is geworden. En wat doe je met stukadoors die zich voordoen als profvoetballers? Je haalt ze van het veld, je geeft ze een stel werkhandschoenen en je zet ze weer op de plek waar ze thuishoren: de steiger, met een fles vodka en een pakje sigaretten in de borstzak van hun overal.
Wat een farce. Dat Barcelona het überhaupt toestaat dat zo’n onbenul zich keeper van hun club mag noemen, zegt veel over hoe ver de club gezonken is. Waar zijn de dagen dat enkel de allerbesten het shirt mochten dragen? Dat iemand als Szczesny nu in het doel staat, is niet alleen een schande voor de club, maar ook voor het voetbal als geheel. Dit is het niveau waarop we zijn beland: een rokerige, halfbakken Pool die denkt dat hij de nieuwe Lev Yashin is, maar in werkelijkheid niet eens het niveau haalt van een gemiddelde amateurkeeper.
Het zou lachwekkend zijn als het niet zo triest was. Dus Wojciech, pak die sigaret, pak die fles en keer terug naar Polen. Ga stukadoor worden, ga werken, ga roken zoveel je wilt. Niemand die je daar tegenhoudt, niemand die je daar uitlacht. Want daar, op die steiger, met cement aan je handen en nicotine in je longen, daar hoor je thuis. Niet hier, niet in het shirt van een wereldclub die je niet verdient.